Als je de webpagina Vernieuwenderwijs – Digitale Intelligentie opent lees je als eerste regels: Quote “Hoe moedig ben jij? He? Dat is wel een hele vreemde eerste zin voor een boekbespreking. Toch is moed het centrale begrip bij digitale intelligentie (DQ). We moeten ons namelijk los maken van het oude, het bekende. Als je iets loslaat duurt het even voordat je het nieuwe eigen bent. Je zweeft een poosje. En daar is moed voor nodig.” End quote.
Datzelfde geldt voor jou als taaldocent als je gaat werken met innovatieve didactische technieken om jouw doeltaal te doceren: je hebt lef nodig, om een tijdje te durven zweven terwijl je jezelf nieuwe didactische technieken eigen aan het maken bent. Want dat voelt heel “wiebelig”. Je geeft al jarenlang les en opeens lijkt het voor je gevoel wel, alsof je weer een beginner bent en bij nul moet beginnen… Echter, houd moed, dat duurt niet langer dan 20 uur, maar daar moet je wel doorheen zien te komen! Dus daar heb je durf voor nodig, je moet durven doorzetten. Ik citeer uit een eerdere blogbijdrage hier over Josh Kaufman: “De belangrijkste barrière bij het verwerven van [nieuwe] vaardigheden is niet van intellectuele aard, maar van emotionele aard.” Volgens Josh hebben de meeste vaardigheden wat hij noemt een “frustratie barrière” : het je-totaal-incompetent-weten. We vinden het niet prettig om onszelf dom te voelen! En jezelf dom voelen is daadwerkelijk een barrière voor ons om te oefenen. Door jezelf van tevoren op te leggen die 20 uur te oefenen (en dat is maar 45 minuten per dag in een maand, zelfs als je wat dagen overslaat!) kun je door die frustratie barrière heen breken. Want als taaldocent ben je die nieuwe technieken ook nog eens ten overstaan van een groot puberpubliek aan het oefenen en als jij het gevoel hebt dat je niet stevig in je schoenen staat, dan “ruiken” ze dat… Dus daar heb je echt wel onverschrokkenheid, maar ook doorzettingsvermogen en vooral ook HUMOR voor nodig!
Nu weer terug naar de bovenaan genoemde boekbespreking van Leo Nabben van het boek “Digitale intelligentie, wat je moet weten, leren en doen in een digitaal verbonden samenleving” geschreven door Hans Hoornstra en Wijnand van Lieshout. Leo Nabben schrijft: quote: “Hoornstra en Van Lieshout introduceren het Columbus model. Dit model is gebaseerd op een ontdekkingsreis. Je bent op weg naar een doel, maar weet niet wat je allemaal tegenkomt. Alle 21e-eeuwse vaardigheden hebben hun eigen plaats ten opzichte van het schip en zijn bemanning. Daar waar we nu veel energie stoppen in de stuwende vaardigheden vergeten we de basis, de dragende vaardigheden. Deze zijn echter het fundament. Zonder deze vaardigheden zinkt het schip. De eerste “dragende vaardigheid” is wendbaarheid.”End quote
Nu kunnen Hoornstra en Van Lieshout deze vaardigheden wel 21e eeuwse vaardigheden noemen, maar volgens mij zijn dit in feite tijdloze, universele vaardigheden. Quote van Nabben uit het boek: “We moeten eerst leren omgaan met snelle veranderingen door wendbaar te zijn. Dit komt tot uiting in een alerte omgevingsbewustheid en het vermogen om te anticiperen op het onverwachte. Wanneer je je ervan bewust bent dat de omgeving beweeglijk is, is het logisch dat je een open leerhouding aanneemt: je neemt veranderingen waar en past je aan. Wendbaarheid is geen leeg modewoord, maar dekt de lading van de belangrijkste vaardigheid van de 21e eeuw.” End quote boek door Nabben.
Als taaldocent en organisatiepsychologe spreekt dit Columbusmodel mij wel aan, het is praktisch toepasbaar en maakt belangrijke en fundamentele aandachtsgebieden concreet. Ik heb het boek zelf nog niet gelezen, maar alleen de boekbespreking en het model geven me al veel inspiratie. De boekbespreking eindigt met : Quote: “De schrijvers beginnen met “Wat je moet weten”. Gaan dan naar “Wat je moet leren”. Om te eindigen met “Wat je moet doen”. Met als slot de (mogelijk confronterende) vraag “Hoe digitaal intelligent ben jij?”.”End quote
Het boek is te bestellen via Info & koop bij Bol.com
Nu vind ik die laatste vraag als taaldocent – die heel veel digitaal werkt – persoonlijk toch niet zo belangrijk. Je kunt nog steeds les geven met alleen een bord en een krijtje en mensen die nog steeds in die omstandigheden verkeren, doen op hun manier hun best en krijgen ook resultaten, zoals dat eeuwen geleden ook al zo was. Dan (nog) maar niet 21e eeuws… Want hoe belangrijk zijn die digitale 21e eeuwse vaardigheden écht?
Het belangrijkste is uiteindelijk toch, dat alles wat je doet, met liefde en persoonlijke aandacht wordt gedaan! Wil jij kennismaken met onze nieuwe trainingenserie “Effectief taaldocent in een jaar”, waarin we jou persoonlijk begeleiden je wendbaarheid te vergroten, evenals je ondernemingszin, je creatief en je kritisch denken. We werken ook met je aan de verbindende vaardigheden van jou als docent in combinatie met die van jouw leerlingen: communiceren, samenwerken, droomdenken en sociale en culturele vaardigheden. Ons curriculum “Vrolijk & Frans” en “Comprendo todo” voor Spaans is volledig digitaal, dus ook daar geven we je tools mee. Maar werk jij liever met een bord en een krijtje, dan is dat aan jou: jij als docent kiest wat past bij jou en jouw leerlingen.
Spreekt dit je aan? Geeft dit jou de moed om het eens over een andere boeg te gaan gooien? Vraag dan onze studiegids “Effectief taaldocent in een jaar” aan! We starten begin komend schooljaar.